Afbeelding

Centrum-horeca Zeewolde heeft het moeilijk

· leestijd 2 minuten Algemeen

ZEEWOLDE — In een toeristische omgeving als Zeewolde is de horecasector meer dan gemiddeld vertegenwoordigd, en dat is niet meer dan logisch. Bruist het dorp, dan bruist die sector mee, en iedere ondernemer pikt daar dan zo z’n graantje van mee. Maar nu er een tijd lang niets te bruisen valt zijn de terrassen leeg, de pleinen verlaten, is er geen aanloop en geen reservering. Hoe houden ze het hoofd boven water? En hoe zien ze de toekomst? Een kleine inventarisatie.

Om het enigszins overzichtelijk te houden beperkte het onderzoekje zich tot de horecaondernemers in het centrum en de ‘aan te lopen’ omgeving daarvan. Tijdens een belrondje werd hen een drietal kernachtige vragen voorgelegd die in het kort neerkwamen op ‘Ben je open en hoe?’, en daarna ‘Hoe gaan de zaken?’ en ‘Hoe zie je de toekomst?’ Vrijwel meteen tekende zich een duidelijke scheidslijn af. Het maakt namelijk groot verschil of je als horecaondernemer beschikt over, dan wel snel hebt kunnen schakelen naar een mogelijkheid tot ‘afhalen en/of bezorgen’, of juist helemaal niet. In dat laatste geval staan de zaken echt helemaal stil. Op een website staat bijvoorbeeld in kapitalen te lezen: “Gesloten tot nader bericht”, en telefonisch contact bleek niet mogelijk. Duidelijke taal. Maar wie zou denken dat het voor de ondernemers mét bestel- en afhaalfaciliteiten allemaal een stuk gemakkelijker gaat heeft het mis. Ook daar is ondernemen op dit moment een kwestie van moeizaam overleven.

De beperkende maatregelen worden in het algemeen goed nageleefd, zo blijkt. Wie z’n zaak opent is gehouden aan de nodige aanpassingen, en vooral de cafetaria’s en zaken met snack-kiosken doen er alles aan om te voorkomen dat op enig moment teveel mensen op één punt samenkomen. Het varieert van gewijzigde openingstijden, via lijnen en afstand-punten voor de wachtrij, tot in de auto wachten op het ‘eten staat klaar’-telefoontje. Op hygiëne is men scherp: vaker en langer handen wassen, handschoenen, desinfecteermiddelen, klanten moeten handgel kunnen gebruiken, alleen pinbetaling, enzovoort. Maar ondanks al die maatregelen en vriendelijke mededelingen aan de klanten ‘dat het op beperkte schaal weer kan’ zijn omzetdalingen van 50% en meer geen uitzondering. Op de vraag hoe de zaken gaan wordt dan ook zonder uitzondering somber geantwoord, van ‘minder goed’ tot ‘ronduit slecht’.

Hetzelfde geldt voor het toekomstbeeld van de Zeewolder horecaondernemers. Slechts een enkeling ziet de terugkeer van de oude omstandigheden en daaraan gekoppeld de gebruikelijke omzet wel weer voor zich. Maar een ander zegt: “De toekomst? Niet te vergelijken met vroeger! Een anderhalve meter-samenleving is gewoon een heksentoer in dit bedrijf. Het zal dus helemaal anders moeten. Daarnaast verwacht ik dat de bestedingsruimte van de gemiddelde Nederlander een aardige knauw gaat krijgen. Reken maar uit…” Er wordt in het algemeen dus flink vooruit gedacht, maar beslist niet positief.

Toch wordt hier en daar vooruit gedacht en tegelijk vooruit gedáán. Vindingrijk van de nood een deugd maken, dat gebeurt dus ook. Daar waar bijvoorbeeld een niet gering aantal ondernemers even was ‘vergeten’ om de eigen website aan te passen aan de nieuwe omstandigheden, daar maakt een ander wél optimaal gebruik van de moderne communicatiemiddelen. Er is zelfs een app in de maak die in de lucht gaat “zodra we weer gasten mogen ontvangen op het terras.” Met de app is een klant via de eigen smartphone tijdelijk verbonden met het bestelsysteem, aldus de eigenaar. “De klant kan op die manier bestellen zonder dat ons personeel langs de tafels moet, en dat scheelt weer. Risico mijden, voor klant en personeel. Dat gaat het wel worden, denk ik.”