schets datacenter
schets datacenter Gemeente Zeewolde

80 ha grond al in handen van onbekende Amerikaanse datareus

· leestijd 1 minuut Gemeente

ZEEWOLDE – Het (nog) onbekende Amerikaanse bedrijf dat via tussenbedrijf Polder Networks in Zeewolde een datacenter wil realiseren heeft al ruim 80 hectare grond van de gemeente aangekocht. Dat meldde de regionale krant De Stentor.

Gemeente Zeewolde kocht begin april 115 hectare grond op van de vorige eigenaren. Een deel daarvan blijkt nu doorverkocht aan Polder Networks. Uit gegevens uit het Kadaster gebeurde dat over meerdere transacties. Voor de ontwikkelingen van het mega datacenter is 166 hectare grond nodig. Met de recente aankoop is de helft van de grond dus al aangekocht. De andere helft zou volgens De Stentor nog in het bezit zijn van het Rijksvastgoedbedrijf. 

Via ingezonden brieven die de redactie van Zeewolde Actueel heeft ontvangen hebben reeds veel inwoners hun zorgen geuit over de mogelijke komst van het datacenter, dat de grootste van Nederland moet worden. Ook agrariërs hebben hun vraagtekens bij de ontwikkelingen voor het datacenter. Met name over het energie- en waterverbruik en mogelijke chemische toevoegingen ten behoeve van het koelwater. 

Inmiddels hebben een aantal inwoners zich verenigd in Stichting DataTruc Zeewolde. De stichting verzet zich tegen de komst van het datacenter en heeft persoonlijk een zienswijze overhandigd op het gemeentehuis. Namens de stichting werd door voorzitter Susan Schaap tevens een schriftelijke open uitnodiging bij de gemeente afgegeven met het verzoek om in een uitzending op lokale tv een open debat aan te gaan om zo gedachten en expertise uit te wisselen.

In een reactie heeft het college van B & W het bestuur van stichting DataTruc Zeewolde laten weten het voorstel voor een publieke dialoog te waarderen. Of dat er van komt is nog de vraag. Het college wil namelijk eerst om de tafel met het bestuur om ‘opvattingen en informatie te delen’. Gezien een aantal aannames en veronderstellingen door Stichting DataTruc is zij van mening dat de stichting (nog) niet volledig is geïnformeerd. “Als we met elkaar op hetzelfde informatieniveau zijn, kunnen we met elkaar bezien of er nog vervolgafspraken nodig zijn”, laat het college weten.