Afbeelding
Eigen foto

Met de trein

· leestijd 1 minuut Bij de les

Ik vertelde mijn kinderen laatst over mijn treinavonturen. Dat ik, toen ik 19 en 20 was, een interrail-kaart kocht. Dan kon je een maand lang heel Europa door crossen met de trein. Geweldig was dat! 

Was je onderweg naar Boedapest, kwam je iemand tegen die naar Venetië ging, nou, dan ging je toch mee. Het liefst sliep ik ‘s nachts in de trein. Dat scheelde kosten voor een overnachting. 

Er pasten zes personen in zo’n slaapcoupé. Dan was het er vol en warm. Er waren snurkende medepassagiers. Of dronken gasten. Nieuwsgierige dames. Er waren gezinnen met kleine kinderen. Handtastelijke pummels en leuke studenten. Elke nacht een verrassing wie er bij je lag.

Ik vond het geweldig om in het bovenste bed te liggen met m’n hoofd bij het raam. Tussen het gordijn door zag ik de steden voorbijkomen. De cadans van het spoor wiegde je in slaap. Dit romantiseer ik schromelijk. Want de realiteit was soms een schreeuwende conducteur, herrie, een blèrend kind of gejatte schoenen.

Maar het wakker worden in een totaal andere wereld was wel de realiteit! Magisch. Dan schoof je het gordijn open en zag je de besneeuwde toppen of de zee. Uitstappen. Nieuw avontuur! Vrijheid en spontane contacten.

De afgelopen tijd kwam de trein nogal eens voorbij in gesprekken. Nu figuurlijk. Ziek-zijn lijkt op een rijdende trein die doordendert en waar je niet af kunt. Die trein voelt niet fijn. Omdat uitstappen geen keuze is. Terwijl ik graag een tussenstop wil. Of een andere route. Ineens werd mijn trein een groot, log, angstig ding. Die dikke nare NS vertraagde trein.

Totdat mijn lieve moeder me gister toefluisterde terwijl ik beroerd in bed lag na m’n 2e chemo: “kind, visualiseer wat leuks. Dat helpt je de uren door te komen.”

Toen moest ik denken aan de nachttrein. Het visualiseren lukte niet goed. Maar ‘k heb wel ‘rail away’ opgezet. En die nam m’n gedachten mee naar de mooiste plekken.

Het is de kunst, bij ons allemaal, om niet te focussen op dat logge ding, de medepassagiers, de afstand of de herrie. Maar op wat er voor indrukwekkends te zien is door de kier van ‘t gordijn. Of op het moois als je uiteindelijk aankomt.