Afbeelding
Foto: Zeewolde Actueel

Dansen op de brokstukken

· leestijd 1 minuut Bij de les

Geconcentreerd komt ze het podium op lopen. Met de sierlijke stappen van een meisje dat danst. Een spot volgt haar. Zwarte maillot aan en rode jurk. Haren in een grote knot.
Het is stil in de zaal. En dan kijkt ze vol lef de zaal in. En sluit dan haar ogen voor een moment. Als een stilte voor de storm. De muziek begint.

Geboeid zie ik hoe ze het enorme lege podium vult met haar iele lijf. Ze danst zo intens. Ik kijk opzij naar de groep mensen met wie ik ben gekomen. Iedereen is geboeid. Zelfs degenen die zeiden dat ‘dans niet echt hun ding was’.
Maar hier moet je wel naar kijken. Twintig minuten lang. Dit meisje zuigt je mee met haar sierlijke armen, haar gespierde benen en open blik.
Als de dans ten einde is lijkt het of de hele zaal weer adem durft te halen. Een enorm applaus. Ze buigt, en ineens lijkt het of het optreed-moment van haar afglijdt en ze wakker schrikt van al die mensen. Ze buigt nog een keer, verlegen en staat er opeens wat verloren bij. Dan loopt ze af.

Tweeëntwintig is ze. Opgegroeid in een onveilig gezin. Dansen is haar uitlaatklep. Haar andere wereld. Waarbij ze even vluchten kan in iets moois. En dat levert nu voor de buitenwereld de mooiste dansen op. Want we zien haar kwetsbaarheid en passie. En dat raakt.
Maar voor haar staat, zodra de muziek stopt, de realiteit weer voor de deur. “Doorgaan, om de brokstukken van haar misbruikte lijf niet te voelen.”

Na afloop ontmoet ik haar in de foyer. Ik was haar mentor in de brugklas. Na dat jaar werd ze toegelaten aan de dansacademie. Een ideale manier voor haar om weg te vluchten van huis. Ze ging intern wonen om aan de grijpgrage handen te ontkomen. Ze is goed en kan nu met dansen haar brood verdienen. “Leuk dat u bent gekomen.” We praten over haar carrière, en dat ze niet meer thuis komt, en ik omschrijf m’n gevoel toen zij danste. En m’n trots.

Ze had als twaalfjarige al iets melancholisch over zich, en dat is op haar gezicht nog steeds af te lezen. Toch is er iets bijgekomen. En dan weet ik het: ik zie vastberadenheid. En vechtlust. Om niet te laten roven wat is afgepakt. Om niet op te geven. Om wat donker is en pijn doet een plek te geven in zoiets moois als wat we vanavond zagen. Een cadeau van haar aan de zaal.

Dat is de kunst van leven denk ik. Dat er een bloem kan bloeien op de puinhopen. En zo een bemoediging te zijn voor iedereen die dat nodig heeft.