Afspraken over woonoverlast vastgelegd
· leestijd 1 minuut AlgemeenZEEWOLDE – Geluidsoverlast van buren, vervuilde tuinen en woningen, pestgedrag, verloederde en vervallen panden of ernstige overlast door drugshandel: woonoverlast is een steeds vaker voorkomend probleem in Nederland, ook in Zeewolde. Al valt die woonoverlast in Zeewolde volgens directeur Woonpalet, Wiepke van Erp Taalman Kip, nog erg mee. Maar als er woonoverlast is en als die langere tijd aanhoudt, kan het woongenot en gevoel van veiligheid van bewoners ernstig worden aangetast. “En dat is een ongewenste situatie”, aldus burgemeester Gorter. “Bewoners van Zeewolde moeten zich veilig kunnen voelen in hun eigen wijk en leefomgeving.”
Gemeente Zeewolde treedt daarom actief op tegen de veroorzakers van structurele woonoverlast en heeft daartoe in samenwerking met Woonpalet, GGD en MDF een aanpak opgesteld, vastgelegd in het convenant ‘woonoverlast’. Donderdag 3 september werd dit convenant ondertekend door Wiepke van Erp Taalman Kip namens Woonpalet, Marjan Vluggen namens GGD, Rik Bovenberg namens MDF en burgemeester Gerrit Jan Gorter.
De aanpak is erop gericht om woonoverlast te voorkomen, te verminderen en eventueel escalatie te beëindigen. De aanpak heeft betrekking op zowel huur- als koopwoningen. Bewoners die slachtoffer zijn van woonoverlast worden beschermd en overlastgevers worden aangepakt. Het uitgangspunt van het convenant is dat zoveel mogelijk in een vroegtijdig stadium wordt ingegrepen om te voorkomen dat de woonoverlast escaleert. De gemeente is vorig jaar samen met partners de aanpak buurtbemiddeling gestart om bewoners te stimuleren onderlinge geschillen eerst samen te bespreken.
Uitzetting door huurschuld
Donderdagochtend werd door dezelfde partijen tevens het convenant ‘Voorkomen huisuitzettingen bij huurschuld' ondertekend.
Behalve woonoverlast vormt huurschuld ook een potentiële basis voor huisuitzetting. Schulden houden vaak verband met maatschappelijke problemen zoals armoede, sociale uitsluiting en (geestelijke) gezondheidsproblemen. Het convenant voorziet in een vroege signalering van deze problemen. “Om ervoor te zorgen dat mensen minder snel afglijden”, aldus directeur GGD Marjan Vluggen. De convenantpartners kunnen dan snel besluiten nemen om gezamenlijk op te treden. Zo kan laagdrempelige hulp of ondersteuning worden geboden. Zwaardere zorg of uiteindelijk uitzetting kan dan worden voorkomen.
