Joep den Brok
Joep den Brok Eigen foto

Veehouder Joep den Brok hoopt dat brief gemeente zorgt voor beweging in discussie

· leestijd 2 minuten Algemeen

ZEEWOLDE – Vlaggen omgekeerd ophangen is momenteel overal in het land te zien. Het is een duidelijk signaal van de onvrede die er heerst in agrarisch Nederland. In Zeewolde hangt het blauw-wit-rood niet aan gemeentelijke eigendommen. Samen met collega’s heeft veehouder Joep den Brok echter wel een voet tussen de deur weten te krijgen bij de gemeente. Hij heeft zijn grote bedenkingen tegen het landelijke stikstofbeleid geuit en kreeg daarbij het gevoel dat hij werd gehoord. Daar kan geen omgekeerde vlag tegenop. 

Gesprek

De stikstofdiscussie leeft als nooit tevoren. Op steeds meer plekken zie je de Nederlandse vlag omgekeerd hangen, hetgeen van oudsher het teken is van nood en verzet. Ook worden als uiting van solidariteit rode zakdoeken aan auto’s en fietsen gehangen. Het is niet alleen zichtbaar bij boeren in het buitengebied, maar ook bij burgers die hun adhesie op die manier willen betuigen. Uit protest vlaggen aan gemeentelijke eigendommen hangen gaat nog een stap verder. Joep den Brok, veehouder aan het Erkemederpad, was er beducht voor dat de politie ze ‘binnen vijf minuten’ weer weg zou halen. Wel zorgde hij er met enige collegá’s voor dat er vlaggen op de bomen langs de Nijkerkerweg verschenen. Via voormalig VVD-Tweede Kamerlid Helma Lodders, die zelf al heel duidelijk stelling had genomen in de stikstofdiscussie, wist hij verder een gesprek met burgemeester Gerrit Jan Gorter te arrangeren, waarbij eveneens Paul van Elderen (akkerbouwer), Colin Dekker (Flevolands Agrarisch Jongeren Kontakt) en Carla Dekker en Jaap Lodders (LTO Zuidelijk-Flevoland) aanwezig waren. Op het gemeentehuis werd er aanvankelijk gedacht dat de agrariërs overal in het dorp strobalen wilden neerleggen en vlaggen ophangen. “Maar dat was helemaal niet zo”, lacht Den Brok. “Onze insteek was dat de burgemeester ons zou helpen bij het sturen van een brief naar de provincie. Daarin wilden we vragen níet met Den Haag in gesprek te gaan over het uitvoeren van het stikstofbeleid. Die onzin moet wat ons betreft stoppen. We hebben het Gorter twee keer uitgelegd en hij reageerde positief op het meewerken aan de brief. Hij kwam zelfs met een versterking en beloofde dat hij de brief zou delen met collega’s. Daar waren we zeer content over. En dus kwamen er geen vlaggen en strobalen.”

Alternatieven

De ouders van Den Brok kwamen in 1982 – het jaar waarin het melkquotum werd ingevoerd – vanuit Brabant naar Zuidelijk-Flevoland om aan het Erkemederpad een veeteeltbedrijf te starten. De kleine Joep was destijds drie. Heel lang werkte hij samen met zijn vader Gerrit en sinds twaalf jaar is hij alleen aan het roer. “We hebben momenteel 120 melkkoeien, eigenlijk nauwelijks meer dan veertig jaar geleden. Hiernaast hebben we een biogasinstallatie, waarmee we voor 1.500 huishoudens stroom opwekken.” Ook Den Brok ontkomt niet aan de rigoureuze plannen van het kabinet. “Wij moeten in ons gebied 47 procent reduceren. In 2030 dient dat te zijn gerealiseerd. Daar staat geen enkele vorm van compensatie tegenover en ook geen uitzicht op.”

Den Brok kan zich er vreselijk over opwinden dat men in Den Haag ‘maar wat bekokstooft’ en plannen maakt die in zijn ogen totaal onrealistisch zijn. “Wij krijgen de schuld van iets waar wij de oorzaak niet van zijn en vervolgens moeten we iets oplossen wat op deze manier helemaal niet op te lossen is. Het lijkt wel of we tegen dovemansoren praten. Het enige wat we kunnen doen is daar keihard tegenin gaan, anders worden we zonder pardon aan de kant geschoven.” Volgens de Zeewolder veehouder zijn er beslist alternatieven te bedenken. “Er moet ruimte zijn voor innovatie, dan kan de landbouw met gemak de juiste hoeveelheid stikstof reduceren. Wij zouden best bijna in z’n geheel kunstmestvrij kunnen boeren, maar dan moeten we wel die mogelijkheid krijgen.” In de Tweede Kamer is Den Broks hoop gevestigd op Caroline van der Plas (BoerBurgerBeweging) en Pieter Omtzigt. “De rest willen we zo goed mogelijk informeren, waarbij we hopen dat ze omgaan. De brief van burgemeester Gorter kan daar zeker bij helpen. Alle burgemeesters zouden zo’n brief moeten schrijven aan hun provincie. Ook de provincie Flevoland is ondanks al onze inspanningen, tot op heden nog net zo doof als Den Haag. Daarom is dit heldere signaal van onderaf zo belangrijk.”