Oud-Zeewoldenaar Wout Jansen wil ‘lokale’ stem in de Staten

LELYSTAD/ZEEWOLDE – Wout Jansen keert terug in de politiek. 25 jaar geleden vertrok de Lelystedeling uit Zeewolde, waar hij vier jaar wethouder was geweest voor D66. Jansen wordt lijsttrekker van Sterk Lokaal Flevoland bij de Provinciale Statenverkiezingen in maart en hoopt zodoende dat de lokale stem wordt gehoord in de provincie. 

Begin deze eeuw richtte Wout Jansen de Inwonerspartij Lelystad op. Van 2002 tot 2010 was hij er fractievoorzitter van in de Lelystadse raad en namens de partij schoof hij van 2010 tot 2014 als wethouder aan in het college van B en W. De wegen van Jansen en zijn partij scheidden echter. “Tijdens de coalitieonderhandelingen buiten mij om instemmen met inbreidingslocaties… Die koers tastte voor mij het bestaansrecht van de partij aan. Ik heb m’n erelidmaatschap ingeleverd en afscheid genomen.” 

Grootste politiek platform

Jansen werd vervolgens Statenlid namens 50Plus Flevoland. Dat vond hij echter ‘zo’n verschrikkelijke ruziepartij’, dat hij besloot ook hier niet verder mee te gaan. “Ik wil het wel leuk blijven vinden en dat was het echt niet meer”, licht hij een tipje van de sluier op. 

De oud-Zeewoldenaar probeerde hierna in 2019 met OPA (‘Ouderen Politiek Actief’) in de Staten te komen, maar dat liep op niets uit. Voorafgaand aan de laatste raadsverkiezingen richtte hij opnieuw een plaatselijke partij op: Mooi Lelystad, goed voor twee zetels in de raad. Dit zette hem aan het (door)denken. “Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen hebben de onafhankelijke lokale partijen 48 zetels behaald in Flevoland en die zouden anders straks in feite geen enkele zeggenschap in de provincie hebben. Je zou zelfs kunnen zeggen dat die 48 lokale raadsleden bij elkaar het grootste politiek platform van Flevoland zijn.” 

Burger serieus nemen

Hiernaast heeft Jansen het wel een beetje gehad met de landelijke politiek, met name het kabinet en de regeringspartijen hebben er in zijn ogen een potje van gemaakt. “Crisis op crisis, excuses op excuses, aftreden en toch weer aantreden…, dan moet je niet gek opkijken als men het geloof en het vertrouwen in je kwijtraakt. De landelijke politiek is belangrijk, de politieke en lokale eveneens, maar uiteindelijk gaat het om de huiskamer. Zorg dat je dicht bij de mensen staat en naar hen luistert, dáár begint het serieus nemen van de burger.”

Mooie tijd

Jansen zegt zijn mooiste tijd ‘toch wel’ te hebben gehad in Zeewolde. Het kost hem weinig moeite herinneringen op te halen die teruggaan tot zo’n veertig jaar geleden. “Ik was politieagent en woonde in een huisje op de RCN, naast schoolhoofd Gerrit Wolthuis en Erik Wallenburg. Ik behoorde in 1984 met Annie Dekker tot de eerste bewoners aan het Flevoplein. Het politiebureau stond een paar huizen verder op de hoek.” 

Het ‘rebelse’ zat er destijds al in bij de geboren Brabander. “In 1985 heb ik tafeltennisvereniging ZETA opgericht, de eerste sportvereniging buiten de omnivereniging ASVZ om. Nog altijd kom ik er elke vrijdagavond voor een potje tafeltennis.

In de jaren ‘80 had je ook de politieke partij Progressief Zeewolde. Die is later uiteengevallen. In 1990 waren we met D66 de eerste partij die zelfstandig verderging.” Met D66 zat Jansen van 1994 tot 1998 zelfs vier jaar in het college van B en W. “Zeewolde was een platgeslagen pannenkoek, waar nog niets was en alles nog moest worden ontwikkeld. We begonnen met núl inwoners en hadden echt de gedachte er een uniek dorp van te maken. Ik weet nog waar het in 1998 op stukliep: men was het niet eens over de toekomstige omvang van het dorp en het eventuele bouwen in het bos.”

Nog één keer

De oud-Zeewoldenaar is inmiddels 70, maar wil met Sterk Lokaal Flevoland toch nog één keer de politiek in. “Als je eenmaal met het virus besmet bent, raak je dat nooit meer kwijt. Ja, ik lees elke dag de krant en ja, ik kijk elke dag naar het nieuws. Als je ziet wat er allemaal aan de hand is… Er wordt gewoon niet geluisterd! Nu kan ik wel aan de zijlijn blijven roepen, maar ik heb besloten toch nog maar één keer de arena in te gaan. Ja, voor het laatst.”