āOns Stekkieā bezorgd om plannen datacenter
· leestijd 2 minuten SportZEEWOLDE ā De Zeewolder hengelsportvereniging āOns Stekkieā heeft zo zān eigen zorgen bij de voorgenomen komst van het hyperscale datacenter, waarover zoveel te doen is in de lokale media. Voorzitter Jan van de Bovenkamp, sprekend namens alle sportvissers die regelmatig een hengeltje uitgooien in de regio, laat weten ābeslist niet tĆ©genā te zijn, maar wel voor zān sportgenoten opkomt waar het gaat om randvoorwaarden die mogelijk ten aanzien van de sportvissersbelangen niet ver genoeg gaan, en nadelig zouden kunnen uitpakken voor de hengelsport.
āKijkā, zegt Van de Bovenkamp, āje kan er als particulier natuurlijk van alles van vinden, maar zo zit ik hier niet. Ik spreek namens de club. Die club wil in dit verhaal beslist niet reactionair overkomen. Die is principe niet tegen de komst van zoān datacenter. We weten heel goed: als je graag auto rijdt, dan wil je dat op een goede en veilige weg. Hetzelfde geldt voor de digitale snelweg, en alle digitale opslagcapaciteit die daar kennelijk voor nodig is. Tot zover: prima. Maar wij vinden dat expliciet als randvoorwaarde moet worden gesteld dat de waterkwaliteit gewaarborgd blijft, en daaraan gekoppeld natuurlijk de visstand en de mogelijkheden voor de sportvisser. DĆ”t zijn voor ons de kernwaarden, en met die kernwaarden in gedachten knokken we voor elke meter visoever.ā
Van de Bovenkamp memoreert dat aanvankelijk in juni over de komst van het datacenter een definitief besluit zou worden genomen. Door de inbreng van een aantal zienswijzen is die deadline verschoven naar september of oktober. āAls vereniging hebben we ook zoān zienswijze ingediend. Grappig om te zien dat de argumenten die wij op tafel hebben gelegd vervolgens door bijna iedere deskundige ingenieur of andere geleerde die daarna werd geĆÆnterviewd, zijn overgenomen. Wat we een jaar geleden al hadden aangedragen kwam nu naar voren als: kijk, dĆ”t hangt ons boven het hoofd.
Wat zijn nu precies de pijnpunten? Van de Bovenkamp: āPunt Ć©Ć©n is de thermische vervuiling van de Hoge Vaart. Men heeft onvoldoende rekening gehouden met de manier waarop die stroomt. We hebben voorgerekend en aangetoond dat bij twee innamepunten en Ć©Ć©n āuitwasempuntā, zoals nu gepland, de opwarming van de meetstrook van 80 meter water zĆ©ker verder gaat dan de vier graden die ons nu in de Milieu Effect Rapportage (MER) wordt voorgespiegeld. Verder: de chemische verontreiniging. In het koelwater voor het datacenter wordt een āchemisch goedjeā gestopt dat o.a. algengroei en corrosie moet tegengaan. Was aanvankelijk niet eens genoemd, maar opeens kwam in de bouwtekeningen een waterzuiveringssysteem voor. Prima, maar wat wordt vervolgens gedaan met het residu van dat verontreinigde water? Niet genoemd, geen plan voor. Daās kwalijk!ā
De MER rond de komst van het datacenter claimt volgens Van de Bovenkamp ook dat in de nabije omgeving geen beschermde diersoorten voorkomen. āNouā, zegt hij bedenkelijk, āwij kunnen aantonen dat bijvoorbeeld de bittervoorn, een beschermde diersoort, wel degelijk voorkomt in de Hoge Vaart. Ach, daar wil ik niet het grootste probleem van maken. Die bittervoorn, die redt zich wel. Maar mijn punt van zorg is die klakkeloze aanname, zonder degelijk onderzoek.
Last but not least volgens Van de Bovenkamp: de aanpassing van het wegennet. āIn de plannen zou een stukje weg āgaan doodlopenā waarmee zomaar 250 meter goed bevisbare oever zou verdwijnen. We hebben gezegd: als jullie dat wegnemen, dan is dat verlies aan visplaatsen. Gelukkig is ons daarop toegezegd dat dat stuk begroeid blijft en prima bereikbaar. Daās goed nieuws. Maar die inname- en uitstroompunten van koelwater die ik eerder noemde, worden omheind. Volgens de regels van de vissport moeten we een aantal meters uit de buurt blijven van āobjectenā. WĆ©Ć©r een aantal meters goede visoever minderā¦ Al deze punten hebben we voorgelegd aan de projectleiders. Men staat er voor open, maar antwoord hebben we nog niet. Zoals gezegd: we zijn niet tegen, maar we hebben wel zorgenā¦ā