Afbeelding
Bij de les nieuw

Wilskracht

· leestijd 1 minuut Algemeen

Ik las laatst dat “wilskracht ’s ochtends het grootst is en in de loop van de dag geleidelijk af neemt”.

Kijk, dat soort zinnetjes zijn koren op mijn molen. Want als ik ’s middags de neiging tot snoepen weer eens niet kan weerstaan, dan denk ik: “zie je wel, het is wetenschappelijk bewezen dat ik hier niks aan kon doen.”

Tegenzin onderdrukken en verleidingen negeren kost inspanning. En tja, als je moe bent, heeft je brein geen zin meer om energie te steken in zelfbeheersing. 

Dit alles komt ter sprake als ik met vier leerlingen uit mijn mentorklas spreek over hun lage cijfers. Eén van de jongens vertelt dat hij na een lange dag op zijn kamer, achter de laptop de discipline niet meer kan opbrengen om nog huiswerk te maken. Op diezelfde stoel. Achter datzelfde saaie bureau. In die muffe slaapkamer. Laat staan dat hij nog wil leren.

“Wat doe je dan?”, vraag ik. 

“Naar de koelkast lopen. Eten. En op m’n telefoon hangen, gamen,” De anderen knikken. 

“En ’s avonds heb je dan een rotgevoel. Weer een mislukte dag. Op naar de volgende onvoldoende.”

Ze willen wel graag over. Nog vijf weken tot aan de toetsweek. Wat zou het lekker zijn om dan nog een paar voldoendes in de wacht te slepen.

Ik motiveer me suf. Haal nog een keer koffie voor ze. En dan opeens bedenken ze zelf ideeën om uit die middagdip te komen. 

Ooit leerde ik op een coaching-cursus dat ideeën die uit henzelf komen de grootste kans tot slagen hebben. Dus ik hou braaf mijn mond en knik bij elk idee.

Uiteindelijk maken ze samen een werkschema; wat doen ze op welke middag. Compleet met tijden erbij. En ze gaan elkaar via snap in de gaten houden of de ander het wel doet. Ook besluiten ze om drie middagen per week op school huiswerk te gaan maken. Maar na tien minuten is dat idee al teruggebracht naar één middag. Te veel gedoe om te fietsen in dit prutweer.

Trots op deze mannen. Hoop zo dat ze ’t gaan waarmaken. Weer trots op zichzelf worden. En lekker overgaan na dit thuis-school-jaar. 

Inmiddels is het einde middag. ‘k Heb trek. Hoop dat ik zo tijdens het boodschappen doen mijn impulsieve-ik kan opdragen om vol wilskracht een zak wortels te halen in plaats van dat stuk chocola dat al bij binnenkomst naar me roept.