Afbeelding
Bij de les nieuw

Een leuke boer

· leestijd 1 minuut Bij de les

Toen ik járen geleden in Zeewolde kwam wonen, kreeg ik contact met boeren. Ik keek mijn ogen uit; en luisterde naar gesprekken over beregenen, mest, uien en uiers.

M’n oudste kreeg, toen hij nog in groep 1 zat, een vriendje van de boerderij, waar hij kalfjes geboren zag worden, hutten bouwde in het hooi en op de slee achter de trekker mocht. Een andere wereld. Vol hardwerkende, leuke boeren en boerinnen. 

Het viel me op dat daar het ‘meehelpen’ en ‘even een klusje doen’ een vanzelfsprekendheid was. Wie weet zit het ‘doorpak’-gen automatisch in het boerenbloed. 

Gister werd ik op m’n fiets, op het laatste stukje naar school, door een trekker ingehaald. Ik kijk opzij en zie er een leerling uit havo 4 zitten. Ik weet dat hij op een boerderij woont. Hij knikt me jolig toe. 

Dat enorme ding met voorlader parkeert hij zo tussen de auto’s van mijn collega’s. 

“Mijn fiets is gister gejat”, zei hij, “dus heb ik vandaag de trekker maar gepakt.”

“Maar natuurlijk. Logisch”, knik ik hem lachend toe. 

Die middag, na mijn lessen loop ik naar mijn fiets. En zie tot mijn ergernis dat mijn band lek is. Ik knetter even. Dit komt zo slecht uit. 

Dan hoor ik naast me: “hé mevrouw, lekke band?” Daar staat de trekkerrijder. Ik lach terug als een boer met kiespijn. 

“Kom”, zegt hij, “ik breng u even.” De daad bij het woord voegend pakt hij mijn fiets op en legt ‘m met een zwaai in de voorlader van z’n trekker. 

Ik krijg het even benauwd. Denkt hij nou echt dat ik ook in dat kiepding naast m’n fiets ga zitten, een half uur lang, op de openbare weg? 

Ik zie namelijk maar een stoeltje daar achter het stuur. 

Hij begint te lachen. “Nee, niet daar, u kunt hier.” Hij wijst op een verhoogde plek naast zijn stoel. Ik klauter achter ‘m aan, en zit zowat bij ‘m op schoot. 

Na wat ongemakkelijke minuten begin ik er de lol van in te zien. Boven het geraas van de motor uit kletst hij door tot ik thuis ben. 

M’n man ziet ons aankomen. “Ik had een lekke band op school”, zeg ik, “dus toen werd ik thuisgebracht.”

“Maar natuurlijk”, reageert mijn man met opgetrokken wenkbrauwen, “logisch.” 

Ik wist het al, maar nu helemaal: boeren zijn echt leuk!