Afbeelding

Apollo Ensemble maakt ‘De Beleving’ tot belevenis

· leestijd 1 minuut Algemeen

ZEEWOLDE — Voor alle betrokkenen was het even afwachten. Gaat het weer lukken om, zoals dat ooit zo gewoon was, een culturele gebeurtenis bij te wonen met aansluitend culinair genot, of stuit dat in coronatijd toch nog op teveel praktische bezwaren? Event-locatie ‘De Beleving’ durfde het aan en ging zondagmiddag 21 juni welgemoed in zee met het Apollo Ensemble in bescheiden samenstelling: een pianotrio. Na afloop was men het eens: het smaakte naar meer. In alle opzichten!

Voorafgaand aan de culinaire kunsten van chef-kok Erik Vos nam het Apollo Ensemble het publiek voor zich in met een boeiend uurtje kamermuziek. Het ensemble musiceert doorgaans in zeer wisselende samenstelling, en voor deze gelegenheid was ‘klein’ de juiste kwalificatie. David Rabinovich (viool), Cassandra Luckhardt (cello) en Marion Boshuizen (fortepiano) brachten muziek voor pianotrio, viool/piano en pianosolo van de hand van achtereenvolgens C. Ph. Em. Bach (zoon van de ‘grote’ Bach), Mozart en Haydn. ‘Klein’ mocht overigens ook gelden voor concertzaal en publiek, want meer dan 25 gasten kwamen er niet in, althans niet tegelijkertijd. De reden daarvan kennen we allemaal, maar het bleek voor de musiceervreugde van zowel de concertgevers als de gasten geen enkel bezwaar. Integendeel.

Thema van de middag én de aansluitende gastronomische avond was ‘Sturm und Drang’, een aanvankelijk literaire stroming in de tweede helft van de 18e eeuw, die ook in de muziek van die tijd doorklonk. Kenmerkend zijn de eruptieve stemmingswisselingen die de luisteraar soms heftig kunnen raken en uit z’n comfortzone kunnen halen. “Precies de bedoeling!“, zeggen musici dan, en dat effect is dan ook met orkestmuziek uit deze stijlperiode (pauken…!) heerlijk uit te buiten. Maar met een bescheiden pianoforte (de kleinere voorloper van de moderne piano), één viool en één cello datzelfde effect weten te bereiken, dát is wel een uitdaging. Daar moet de muziek zélf zich ook bij uitstek toe lenen, en in dat opzicht was het laatste programmaonderdeel de beste keuze. Haydns pianotrio in d-klein uit 1794 (voor de kenners: Hoboken XV:23), en met name het afsluitend Vivace daarvan, is een heerlijk Sturm und Drang-stuk met alles erop en eraan. Met vuur en verve gebracht, nagenoeg perfect getimed, en beloond met dankbaar applaus.

Met Sturm und Drang was het daarna nog niet gedaan, want de chef had het thema, van amuse tot en met dessert, vervlochten in het culinaire geheel dat vervolgens werd geserveerd. Althans, zo deed hij het voorkomen, maar het had er alle schijn van dat de smeuïge Sturm und Drang-details waarvan de kok verrassend goed op de hoogte was, tamelijk willekeurig en met een kwinkslag aan een bepaald gerecht werden gekoppeld. Hij wist het fraai op te dissen, die Erik, en had daarmee natuurlijk de lachers op zijn hand. Vermakelijk dus, deze ‘Belevenis’. “Mag blijven!”, liet iemand bij vertrek weten. Daar zal niemand het mee oneens geweest zijn.