Polderwijk Noord in ontwikkeling
Polderwijk Noord in ontwikkeling Archief

Gaat Zeewolde tóch ‘verstedelijken’…?

· leestijd 2 minuten Algemeen

ZEEWOLDE – “Zeewolde bouwt gestaag door”, kopte deze krant eind vorig jaar. De opsomming van bouwlocaties van dit moment liegt er niet om. Na wat kort geleden in het centrum allemaal werd opgeleverd geeft Zeewolde binnenrijden “opeens een vol gevoel”, zoals iemand het uitdrukte. In 25 jaar tijd verdubbelde het inwoneraantal praktisch. Hoe ‘gestaag’ gaan we op deze voet voort? Is er op zeker moment een rem? Of raken we stilaan onze veelgeroemde ‘rust en ruimte’ kwijt? Wethouder Wim van der Es (van o.a. ruimtelijke ordening en centrumontwikkeling) en stedenbouwkundige Justus Kuik praten bij.

Kuik schetst in het kort het algemene beeld van dit moment: een streefgetal van 150 woningen erbij per jaar. “Daar zitten we nu boven, zeker met de centrumontwikkeling van dit moment.” Van der Es: “De insteek is dat Zeewolde zoals dat heet ‘organisch’ moet blijven doorgroeien. En dat is ook nodig, want alleen al om qua inwonertal gelijk te blijven moeten we die ca. 150 woningen per jaar ook echt blijven bouwen. Dat komt omdat het gemiddelde aantal personen per gezin in Zeewolde nog steeds afneemt. Daarmee zaten we lange tijd ruim boven het landelijk gemiddelde. Weliswaar vliegt een deel van het volwassen wordende deel permanent uit, maar een ander deel kiest bewust voor Zeewolde en zoekt eigen woonruimte om te starten. Huishoudens worden dus gemiddeld genomen kleiner, en om het aantal inwoners op peil te houden, wat natuurlijk weer belangrijk is voor het op peil houden van allerlei voorzieningen, is het echt nodig dat we blijven bouwen.

En dat ‘volle gevoel’ in het centrum, bij inwoners die zo gewend waren aan de ruimte, en opeens tegen drie, vier woonlagen moeten aankijken? “Dat komt niet uit de lucht vallen, hoor!”, haast van der Es zich te melden. “Dat gevoel, daar kan ik me wel iets bij voorstellen, maar de historie, zeg maar de plannen zoals ze er al lange tijd lagen, die spreekt ook een woordje mee. Dat terrein, laat ik het maar even ‘de vlakte achter Albert Heijn’ noemen, heet officieel ‘het vierde kwadrant’. Het is altijd de bedoeling geweest om daar te gaan ontwikkelen, en het mooie ervan is, vind ik, dat daarmee het centrum nu tot een afronding komt, met een speciale wenk en handreiking naar de ouderen onder ons. Ouderen willen graag in de buurt van een centrum wonen, zodat ze daar snel en gemakkelijk toegang tot van alles hebben. Dat is met deze ontwikkeling gerealiseerd, en zo vallen meerdere doelen samen. Let wel: we blijven in Zeewolde aandacht houden voor ruimte en groen, ook in het centrum.”

En hoe zit het met een eventuele rem op het geheel? Blijven we bouwen, ook wanneer dat belangrijke getal van het aantal personen per gezin stabiel is geworden, en bouwen om het inwonertal minstens op peil te houden dus niet meer nodig is? Gaan we naar dertig-, veertig-, vijftigduizend inwoners? “Dat stabiel worden van de gezinssamenstelling gaat nog jaren duren”, verzekert van der Es. “Los daarvan: we hebben bij de totstandkoming van het huidige college in 2018 gezegd dat we zeker nog een aantal jaren bezig zouden zijn met de afronding van ‘noord’ en het centrum. Daarnaast vinden we het belangrijk dat het dorp organisch, lees: kleinschalig, kan blijven doorgroeien. Dat betekent dat we na de voltooiing van de Polderwijk naar nieuwe bouwlocaties zullen moeten zoeken, en dat er een omgevingsvisie moet komen waarmee we daarop verder ingaan. Dat proces van een nieuwe visie is gaande, en de kern daarvan is: we willen niet uitverkocht raken, we hebben onze inwoners nodig voor onze voorzieningen en andersom.”

“Een ander punt is, dat er op landelijke schaal sprake is van woningnood. Er zijn onderzoeken, plannen en vragen. Kan de provincie Flevoland in de komende decennia 100.000 woningen realiseren? Dat is nogal wat…” Van der Es memoreert in dat kader aan een plan dat o.a. in samenwerking met de gemeente Almere wordt opgetuigd. Dat is ‘bijzondere gebiedsontwikkeling’ op de grens tussen beide gemeenten, in een Almeerse en een Zeewolder fase, onder de naam ‘Oosterwold’. De omvang daarvan valt, afgaande op de cijfers in de ‘Intergemeentelijke Structuurvisie Oosterwold’, bepaald niet meer in de categorie ‘organisch’. Het moet uitgroeien tot een ‘afwisselend stadslandschap’. Hoe ‘groen en dorps’ de beloften ook zijn, de plannen lijken te wijzen in een andere richting…