Afbeelding
Eigen foto

Leuk tijdverdrijf

· leestijd 1 minuut Bij de les

Ik zit te wachten bij het bloedprikken. Er is iets stuk, dus we moeten even wachten. Dat komt me wel goed uit, want ik ben al achter adem van het stuk door de klapdeur tot deze stoel. Even tijd om bij te komen dus.

Schuin tegenover me zit een oude man. Naast hem een vrouw. Ik begrijp al snel dat ‘t zijn dochter is. “Pap”, zegt ze zacht, “die broek!” Ze knikt naar zijn broek. “Wat?”, zegt hij verbaasd. “Die is vies.” Ik kijk stiekem mee. “Daar, een vlek.”

Hij tuurt: “‘k zie er niks van.”

Ze wijst de vlek aan. “Hoe lang heb je die al aan dan?” En vervolgens gaat ze verder over het eten. Dat ze heus wel zag dat hij het vlees wel opeet maar de groente in de kliko mikt. Dat ze daar haar kookkunsten niet voor leent. En dat ze morgen zal komen voor de vieze koelkast. Ze praat zacht, maar ik hoor de geïrriteerde ondertoon wel. Vader hoort het aan en knikt. Meestal op het goede moment. “Blijf zitten pap, ik moet even naar het toilet, hè, wat loopt ‘t hier vervelend uit.” En ze verdwijnt uit ‘t zicht nadat ze haar vader nogmaals op het hart drukt om niet weg te gaan. 

Onze blikken kruisen elkaar. Een vader met pretogen. “Ze bedoelt het lief”, zegt hij lachend, “maar ik doe ‘t nooit goed.” En op serieuze toon gaat hij verder. “Maar soms is het wel een beetje verstikkend.” We praten even over ouder worden. Over alleen zijn en loslaten. Mooie kerel.

“Daar komt ze weer aan, m’n lieve meissie”, zegt hij dan. “Let op, tijd voor een grapje.” Hij staat op, zo snel als z’n stramme lijf toelaat. En dan gaat hij aan de andere kant, naast de vissenbak zitten. 

Z’n dochter is inmiddels bij de wachtkamer aangekomen. “Pap?”, roept ze vragend als ze hem niet aantreft op zijn stoel, en loopt naar de verpleegkundige. Die zie ik nee schudden. 

Ik kijk schalks naar haar vader die onbewogen naar de vissen staart. Mijn overbuurman en ik hebben schik om de oude man. Dan ziet ze hem. “Pap! Wat doe je daar nou, je zou toch blijven zitten!” Ze sist hem nog wat toe en dan klinkt zijn nummertje. Ze hijst ‘m overeind en daar gaan ze naar de spuitenbrigade.

De knipoog die ik van de oude baas krijg is goud waard; hij maakte m’n ziekenhuisbezoek een uitje!