Afbeelding
Eigen foto

Leuke vent

· leestijd 1 minuut Bij de les

“Wat een leuke vent” dacht ik, toen ik ‘m de eerste keer zag. Ik heb ‘t niet over m’n eigen vent. Die is natuurlijk ‘t leukste, anders was ‘t mijn vent niet. 

Ik tref deze ook leuke man soms op straat met z’n dochtertjes. Of bij een praatje in de supermarkt. Hij is attent en belangstellend. Met een smile. Hij passeert de laatste tijd vaak mijn gedachten.

Toen ik brugklasmentor was, ging mijn eerste les altijd over de grote R. Die R staat voor ‘Respect’. Inmiddels een modewoord. Maar toch blijft de betekenis mooi.

Respect voor andermans spullen. Respect voor iemands grenzen. Voor iemand die anders denkt. Voor je docent. Voor de schoolschoonmaker. Voor je klasgenoot. Voor de natuur. Voor dieren. 

Dat uit je door de blik in je ogen: vriendelijk of neerbuigend. Of door je taalkeuze: scheldend, plat, grof. Of duidelijk maar vriendelijk. Of door je houding.

Ik vertel hen ook dat je het ergens niet mee eens kunt zijn. Tuurlijk! En we praten erover hoe je dat uit. Scheldend, met haat? Blijft je woordkeuze netjes?

Boeiende lessen. Lessen die een bijdrage leveren aan het respect van onze jeugd voor ons allen. Want zeg nou zelf; het is fijn om met respect te worden behandeld!

‘Respect moet je verdienen’ hoor ik vaak. Klopt. Maar het blijft goed als het vervolgens respectvol blijft.

Neem nou die leuke man waar ik het net over had. 

Niet alleen ík vind wat van die man. Meer mensen uit ons dorp vinden wat van hem. 

Deze leuke man. Vader. Echtgenoot. Zoon. Vriend. Werd uitgekafferd op facebook. “Ach, dat gebeurt toch bij zoveel mensen.” En daar zit nou net de denkfout. Denk ik. Dat uitkafferen; we willen niet dat de jeugd dat bij ons doet. Zij moeten netjes zijn. Geen hangjongere met een grote bek. In het onderwijs gaan we daar dagelijks de discussie met hen over aan. Iets met opvoeden. 

Ik las de felle, nare, lage, platte, veroordelende teksten op facebook over mijn leuke man. Met hun profielfoto erbij. “Lekker voorbeeld”, denk ik dan. 

Die leuke man heeft een beslissing genomen. Die viel niet goed. En toen? Toen werd hij afgemaakt in een wedstrijdje nare dingen zeggen. Hele nare hatelijke dingen. Als leerlingen op school zoiets tegen elkaar roepen, dan moeten ze op gesprek.

Oké, ik was ‘t ook niet eens met zijn beslissing, maar nú had ik plaatsvervangende schaamte. Omdat ik het tegenovergestelde doceer aan onze jeugd. 

Beste Egge-Jan; kom je een keer bij mij in de les als ik weer beter ben? Praten over wat haat met je doet en hoe ‘ik ben het niet met je eens’ anders kan? Als motivatie voor een respectvolle, volgende generatie?