Afbeelding
Foto: Zeewolde Actueel

De Arbo-dienst

· leestijd 1 minuut Bij de les

“Jakkie, moet je morgen naar de Arbo? Wat zijn die gesprekken vervelend hè?” Ik haal mijn dochter bij een klasgenoot op, en haar moeder vraagt me of ik alweer aan het werk ben. Zo komt het gesprek op de Arbo-dienst. “Ze willen het verzuim zo laag mogelijk houden. Snel re-integreren.”

Ik knik. Van dit soort gesprekken word ik zenuwachtig. “Ik heb mijn arbo-arts al verschillende keren gesproken, en ze is heel meelevend”, zeg ik. 

“Ja, toen zat je in je chemo. Dan kunnen ze je niet laten werken. Maar let op, nu je weer rondloopt willen ze je zo snel mogelijk aan het werk hebben.”

De volgende morgen heb ik een telefonische afspraak. “Goedemorgen, de Arbo-dienst, een moment a.u.b.” Even later heb ik mijn arts aan de lijn. “Wat fijn om je te spreken. Heb je genoten van je reis naar Thailand? Ging alles goed?” Ze is heel belangstellend. “Lukte het jou ook om te genieten of liet je energie het vaak afweten?” 

Ik vertel over onze belevenissen. En dat mijn lijf het soms niet trok. Dat mijn man dan even met de kinderen alleen op pad ging. Maar dat ik zoveel meer energie had dan ik gedacht had. En dat ik enorm genoten heb.

“Wat een goeie zet om samen het leven te vieren”, zegt ze meelevend. “En”, gaat ze door: “heb je puf om wat op school te zijn?”

Ik vertel haar dat ik regelmatig op school ben, maar dat ik hele dagen nog niet trek. 

“Je doet het zo goed”, zegt ze. Deze vijf simpele woorden zorgen ervoor dat ik volschiet. 

Er is namelijk geen briefje waarop staat hoe je het moet doen als je kanker krijgt. Geen leidraad als houvast. Ik doe maar wat. Ik sport, ga naar de fysio, heb scans en eet gezond. Ik slik mijn medicijnen en smeer gel in mijn groeiende bosje haar. De ene dag gaat het goed. Maar de volgende dag komt er niks uit mijn vingers en kom ik de trap amper op. De ene dag geef ik er aan toe en de andere dag niet. 

“Loop niet te hard van stapel, bouw het rustig op. Ik bel je volgende maand weer”, zegt ze dan.

Blijkbaar wist ze wat ik nodig had om te horen. Die artsen bij de Arbo; die zijn zo gek nog niet!